Bedrijf in de kijker: CAPTURE

CAPTURE richt de blik op een duurzame wereld

“Het verschil met dertig jaar geleden? Toen kon een bedrijf een technisch probleem hebben en door de juiste prof of onderzoeker onder de arm te nemen, werd het opgelost. Klaar. Maar vandaag zijn de problematieken allesbehalve nog duidelijk afgelijnd: ze zijn veel groter en vager, veel vertakter en dus moeilijker oplosbaar. En net daarop wil CAPTURE een antwoord bieden, door de juiste experts met elkaar te verbinden. Want dat is wat CAPTURE doet: de spin in het web zijn en zoveel mogelijk kennis en mensen met elkaar verbinden.” Aan het woord is Ilse Christiaens, die als business developer van UGent de relaties verzorgt tussen universiteit en bedrijfsleven.

Het begon met water

“Hoe ga je zo efficiënt mogelijk om met water?”, dat is in 2014 de start van het verhaal van CAPTURE. Verschillende professoren die binnen UGent onderzoek doen rond water, ontwikkelden toen een platform waar ook bedrijven op konden intekenen om dat onderzoek zo goed mogelijk te gaan voeren. Naast water breidde de werking al gauw uit naar twee andere topics en in 2017 ging het waterplatform officieel over in de start van het CAPTURE-platform, met water, plastics en CO2 als de drie zogenaamde ‘pijplijnen’. In 2019 sloten de Universiteit Antwerpen en het Vito hierbij aan, gevolgd door de VUB in 2020, zodat CAPTURE vandaag een uniek samenwerkingsplatform is tussen vier kennisinstellingen en een hele waaier aan bedrijven.

De focus ligt op ‘resource efficiency’: hoe ga je zo efficiënt en duurzaam mogelijk om met water, CO2 en plastics, en vanuit CAPTURE wil men de versnipperde aanpak rond deze onderzoeksthema’s meer gezamenlijk aanpakken. Want het gaat, anders dan dertig jaar geleden, tegenwoordig over zulke grote maatschappelijke problemen die zoveel meer expertise vragen dan er te vinden is in één kennisinstelling, dat je ze niet meer in kleine facetjes kan onderzoeken.

In de zomer van 2021 werd het gebouw (dat gefinancierd is door UGent, EFRO, Provincie Oost-Vlaanderen, de Vlaamse Overheid en Innovatie- en Incubatiecentrum Universiteit Gent) officieel geopend. Op het gelijkvloers en de eerste twee verdiepingen vind je de labo’s, bureaus en een grote piloothal. Deze vormen de thuishaven voor de mensen die het CAPTURE-platform managen en voor verschillende onderzoeksgroepen van UGent. De bovenste twee verdiepingen, die beheerd worden door IIC UGent, bieden incubatorfaciliteiten aan startups.

Relevant voor de maatschappij

Maar wat gebeurt daar nu in dat mooie gebouw? “De onderzoekers zijn bezig met heel concrete projecten, waarvan de meeste zich in het waterdomein bevinden”, zegt Ilse. “Zo loopt er op laboniveau bijvoorbeeld een testproject rond PFAS en zijn er projecten rond de behandeling van drinkwater en het  upgraden van afvalwater naar drinkwater. Daarnaast heb je de mensen die het CAPTURE-platform managen: zij onderhouden vooral een netwerk van onderzoekers die elkaar goed moeten kennen. Zij proberen projecten op te zetten en spreken hiervoor mogelijk geïnteresseerde bedrijven aan. Want wat hier gedaan wordt, moet een duidelijke impact hebben op de maatschappij: zuivere ‘blue sky research’, waarvan je niet weet waarvoor het ooit interessant kan zijn, zal niet ondersteund worden.

Dit waardengedreven verhaal is ook ideaal om bepaalde profielen aan te trekken. Veel jonge mensen willen vandaag immers onderzoek doen in domeinen die relevant zijn voor de maatschappij. En dan is CAPTURE wat zij zoeken: ze komen hier terecht in een jonge en internationale omgeving met een zeer open en collaboratieve cultuur, waar iedereen zich openstelt voor de problematieken in de maatschappij. Je wordt hier een spiegel voorgehouden hoe het er elders in de wereld aan toe gaat, waardoor je ook een heel andere blik op die wereld krijgt. Dat werkt zó inspirerend en verruimend!”

De universiteiten leggen vandaag zoveel mogelijk de link naar de buitenwereld. “Dat is zelfs de specifieke taak van ons als business developer,” zegt Ilse, “Zo hebben wij ook regelmatig contacten met het beleid of overleg met ngo’s om die impact zo breed mogelijk te bekijken, tot zelfs op het niveau van de burger. Een leuk voorbeeld hiervan is de samenwerking met Stad Gent rond plastics: CAPTURE nam al vaak deel aan evenementen in Gent waar aan de burger wordt getoond wat recyclage van plastics inhoudt en hoe je duurzaam kunt omgaan met plastics.”

Met de fiets naar Eiland Zwijnaarde!

Op het vlak van mobiliteit zet de universiteit heel zwaar in op duurzaamheid. “Denk maar aan de fietsvergoeding, het voorzien van reparatie bij fietspanne en de specifieke fietskelder in het gebouw waar onze fietsen droog en veilig staan. Dit zijn echt wel dingen die het verschil maken en ervoor zorgen dat onze mensen meer gaan fietsen. Komt daar nog bij dat de onderzoekers sowieso gewoon zijn om te fietsen, want ze werkten vroeger in het centrum van Gent waar autorijden toch nauwelijks mogelijk is. Dus veel issues zijn daar niet rond en procentueel gezien komt er nu al een heel groot deel met de fiets of de shuttlebus. Daarom hopen we ook dat de fietsbrug snel mag opengaan, zodat we vlug eens een broodje kunnen halen in het centrum van Merelbeke.”

Het duurzaamheidsverhaal van Eiland Zwijnaarde matcht dus perfect met de visie van UGent en dat is leuk meegenomen, al is de opstart van zo’n ambitieus bedrijventerrein natuurlijk niet evident. Cruciaal is daarbij volgens Ilse wel dat een vlotte en duurzame bereikbaarheid en mobiliteit van de site gegarandeerd wordt. Maar duurzame principes vragen soms gewoon wat meer tijd om te groeien. Het succes is even goed nu al merkbaar: de incubatorruimtes zitten vol, er vestigen zich steeds meer kleine startups in het gebouw en grote bedrijven met een duurzame focus tonen verregaande interesse om zich op het terrein te vestigen. De uitbouw van een ecosysteem rond duurzaamheid heeft hier dus duidelijk vruchtbare grond gevonden!

Hoe ziet de toekomst eruit?

“De hoop leeft dat er nog andere Belgische universiteiten en kennisinstellingen zullen aansluiten”, zegt Ilse, “en er wordt ook gepraat met buitenlandse partijen. Deze kunnen dan als strategische partner specifieke expertise uit bepaalde domeinen inbrengen. Zo wordt het netwerk nóg groter, worden de mensen nóg dichter bij elkaar gebracht en kunnen contacten nóg sneller gelegd worden om nieuwe projecten op te zetten of de juiste expertise te identificeren voor een bepaald probleem. Want het menselijk contact is zoveel waardevoller dan alle bestaande databanken waarin gezocht kan worden. Menselijk contact vat je immers niet in een databank. En het is dankzij de expertise van al die mensen samen dat we stap voor stap verder bouwen aan een mooie, duurzame toekomst!”

Auteur: Piet Baeke

website